Socialisatie
De laatste jaren komen steeds meer gevallen van agressieve, bijtende en gedragsgestoorde honden in het nieuws, met vaak slechte afloop voor zowel het slachtoffer, als de hond zelf, die uiteindelijk dient afgemaakt te worden. De oorzaak ligt heel vaak bij de eigenaar zelf, die op een onverantwoorde wijze het beestje heeft opgevoed. Maar laten we niet vergeten dat het vaak al eerder in de ontwikkeling van de hond fout loopt, namelijk de periode die de pup beleeft bij de fokker of dierenhandelaar.
Dankzij de inspanningen van onder andere GAIA, Veeweyde, Animeaux…groeit eindelijk het besef bij politici dat er maatregelen moeten komen om dergelijke problemen in de toekomst te voorkomen.
Zo kwam SP.A volksvertegenwoordiger Magda De Meyer onlangs nog met het voorstel dat de verkoop van honden en katten in winkels wil verbieden. Helaas is dit nog steeds niet goedgekeurd door het Parlement en lijkt het er op dat de handelaars, die vrezen voor een groot commercieel verlies hun slag zullen thuis halen. Dit betekent dat er geen verbod zal komen.
Het is zeker niet de bedoeling van dergelijke organisaties die het belang van dieren behartigen om dierenhandelaars rechtstreeks te treffen in hun, wat zij beweren belangrijkste inkomsten. Men wil gewoon voor eens en voor altijd duidelijk maken dat honden die als pup al onvoldoende gesocialiseerd worden, een groter risico vormen om probleemgedrag te gaan vertonen in de toekomst. Uiteraard is ook dit nog geen garantie dat honden in de toekomst nooit meer agressief zullen reageren: het is een basisvereiste waarop toekomstige baasjes verder kunnen en moeten bouwen. Dit vergt natuurlijk ook weer de nodige inzet en geduld.
Maar laat ik nu voor alle duidelijkheid even blijven stilstaan bij die basis: “Socialisatie”. Wat betekent dit eigenlijk en kan een fokker hiermee omgaan.
Laatst zag ik een reportage op Koppen (één) waarin een dierenhandelaar beweerde dat de pups die hij verkoopt niets tekort komen, bovendien nam hij het woord “Socialisatie” in de mond. Meteen dacht ik van… ik ben fout, die mannen weten wel degelijk dat het belangrijk is om hun dieren te socialiseren en hebben toch meer inzicht. In het filmpje wat volgde kon je duidelijk zien dat deze man ter goeder trouw handelde en dat zijn hondjes steeds op tijd hun eten en drinken krijgen, een zuiver hok en af en toe een aai of een knuffel. De man was dan ook trots op zijn manier van werken en liet zien dat hij het hart op de juiste plaats had. Het klinkt hard en misschien onoprecht, maar we moeten vaststellen dat deze inspanningen helaas onvoldoende zijn en er uiteindelijk helemaal geen sprake is van wat hij “Socialiseren” noemt.
De term “Socialisatie” is een hype geworden en terecht: het is immers een noodzaak opdat een hond in onze maatschappij kan overleven, een zekere basis die vereist is voor een consequent gedrag in de toekomst dus. De man die ik hierboven beschreef is geen uitzondering, weinig handelaars en hondenbezitters weten wat dit begrip inhoudt en weten er mee om te gaan.
Ik blijf echter benadrukken dat het hier niet ophoudt: het is een noodzakelijke BASIS.
In dit artikel zal ik het begrip “Socialisatie” verder beschrijven om zo alvast enige duidelijkheid te scheppen in de hele discussie en op deze manier te laten inzien dat het opvoeden van een pup veel inspanning vergt.
Ontwikkelingsfasen:
Om inzicht te krijgen in het functioneren van een pup moeten we eerst even stilstaan bij de verschillende ontwikkelingsfasen die het dier doorloopt.
Het is eigen aan de mens om alles in vakjes te gaan opdelen, zo heeft de wetenschap ook geprobeerd om de ontwikkeling van een pup tot een volwassen hond in te delen in een aantal fasen, met elk een begin en einde. Laat me alvast op voorhand duidelijk stellen dat de tijdsgrenzen niet al te nauw mogen genomen worden: ze verschillen immers naargelang het ras en per individu. Beschouw ze dan ook als een richtlijn en niet als een absoluut gegeven.
Ik zal voor elke fase bespreken wat hierin gebeurt of wat er zou moeten gebeuren. Treden er ergens in deze ontwikkeling storingen op dan zal dat consequenties hebben voor het gedrag van de hond op latere leeftijd. Ik heb vooral de eerste drie fasen uitgebreider beschreven omdat het in kader van dit artikel duidelijk zal worden dat fokkers hierop moeten inspelen.
Vegetatieve fase (geboorte-derde week)
Deze eerste fase is gekenmerkt door drinken, slapen, plassen, zich ontlasten…. . de groei van het lichaam gaat verder, oogjes en oren gaan open, tandjes komen door en de reuk zal zich verder ontwikkelen. Kortom een basale fase.
Vlak na de geboorte heeft de moederteef een dagtaak aan het verzorgen van haar pups. Het is belangrijk dat de pups in een werpkist liggen waar ze niet uit kunnen kruipen. Als het een goede fokker betreft zijn hier goede voorzieningen getroffen die voorkomen dat de moeder niet per ongeluk op haar pups zou kunnen gaan liggen. Verder moet er aandacht geschonken worden aan de onderlaag van stro of zaagsel. Hier volgt al een eerste belangrijk aandachtspunt: het is essentieel om het stro of zaagsel vaak te verversen; gebeurt dit niet dat ontstaan later problemen. Pups zullen lang op een ondergrond liggen die doordrenkt is van de geur van ontlasting en urine, waardoor de natuurlijke afkeur voor ontlasting verdwijnt. Het gevolg is duidelijk: het wordt erg moeilijk om de pup in de toekomst te leren wat zindelijkheid is, immers ontlasting is niet meer vies!!!! Komt hier nog bij dat dit meestal onomkeerbaar is.
In deze fase ontstaat de eerste aanzet tot sociaal gedrag, de pups beginnen immers met spelen en het verkennen van de nog beperkte wereld kan beginnen. Omdat het zenuwstelsel nog onvoldoende is ontwikkeld, kent de pup nauwelijks of geen angst. dit is erg gunstig aangezien ze, dan onbevangen openstaan voor alle nieuwe indrukken en niet of nauwelijks de neiging vertonen om te gaan vluchten.
Eerste deel socialisatieperiode=imprenting (vierde-zevende week)
De zintuigen gaan zich steeds beter ontwikkelen en prikkels worden beter verwerkt. De pups beginnen te reageren op hun omgeving en ontwikkelen de eerste sociale gedragingen. Onderzoek leert dat het nefast is voor zijn verdere ontwikkeling om een pup in deze fase al te scheiden van zijn moeder.
Interessant is het feit dat honden, net zoals de mens, op de wereld worden gezet zonder dat ze weten dat ze een hondje zijn, ze weten dus niet tot welke soort ze behoren. Deze periode heeft dan ook als doel dat de pups leren wie ze zijn en wat hun soortgenootjes zijn. Ze leren hoe met elkaar om te gaan met een aantal regels en principes. Alle ervaringen die in deze periode worden opgedaan worden voorgoed en onuitwisbaar in het puppygeheugen opgeslagen. de hond leert dus uiteindelijk dat hij hond is en hoe dat moet. Voor hondenfokkers geldt dan ook de regel dat puppy’s in deze fase moeten kunnen omgaan met hun broertjes en zusjes en dat de aanwezigheid van de moeder alleen onvoldoende is, dus kortom enkel soortgenootjes in het nest en geen andere dieren!!! Maar in de niet-natuurlijke situatie waarin honden leven, blijken er ook andere wezens (de mens) rondom het nest aanwezig te zijn: opdat honden later goed in de mensenroedel zouden kunnen leven is het contact met mensen, en ook kinderen in deze fase dan ook heel belangrijk. Alleen zo gaat de hond mensen en kinderen later als soortgenoot zien. Maar ook nu schuilt er een addertje onder het gras: pups lijken allemaal op mekaar en hebben dezelfde kleur, vacht, grootte…., wat bij ons mensen niet het geval is. De natuur heeft hiermee geen rekening gehouden, het was immers niet nodig. Voor de imprenting is het dan ook belangrijk dat pups in contact komen met veel mensen en daardoor met veel variatie in uiterlijkheid en gedrag. Zo leert de pup dat er verschillende subsoortgenoten zijn, maar dat ze toch allemaal tot dezelfde soort behoren. Daarnaast zou het gunstig zijn om in deze periode ook andere hondensoorten te zien, om zo de variatie in hun eigen soort uit te breiden.
Wat het contact met mensen betreft moeten ze zoveel mogelijk in contact komen met verschillende categorieën mensen:vrouwen, mannen, kinderen, allochtonen, lichamelijk/verstandelijk gehandicapten ….
Zo leert de pup uiteindelijk wie en wat hijzelf is en wie zijn nestgenootjes zijn, maar ook hoe en wat zijn omgeving is. Pups die in deze fase geen contact hebben met andere honden of mensen zullen later verkeerd gedrag gaan vertonen. Het belang van een fokker die hierin inzicht heeft is bijgevolg enorm.
Tweede deel socialisatieperiode (achtste-twaalfde week)
In deze fase richten de pups zich meer en meer op hun omgeving en worden ze steeds onafhankelijker van de moederteef, ze zullen nauwelijks nog bij haar drinken.
De pups moeten de kans krijgen om buiten het nest hun behoefte te doen, juist daarom is dit een ideale periode voor het starten van de zindelijkheidstraining.
Centraal staat het ontdekken van de wereld, vandaar dat deze periode dan ook ideaal is om de pup naar een nieuwe eigenaar te laten verhuizen; zowel eerder als later uit het nest halen is ongewenst: haal je ze eerder weg dan mist de pup de kans om dingen te leren van zijn soortgenootjes. Maar ook later weghalen leidt tot problemen: de pup kan de wereld niet leren ontdekken. En hier komt een belangrijk feit dat de meeste fokkers en dierenhandelaars dan geen tijd hebben om de pups verder te socialiseren.
Van groot belang is dat het “de wereld leren kennen” voltooid moet zijn rond de twaalfde week.
Doel van de socialisatie is de hond te leren kennismaken met alles wat in zijn leefwereld normaal zal zijn, al die indrukken slaat de pup op en dat wordt dan een referentiekader voor later. De nieuwe baas, of fokker moet de pup overal meenemen naar situaties waarmee hij ook in zijn latere leven zal geconfronteerd worden. Hoe meer dingen het ziet des te beter kan hij later functioneren in onze complexe wereld. Dit alles betekent dat de pup moet kennismaken met auto’s, fietsen, drukke steden, geschreeuw van kinderen, treinen, dieren…. Een hele waslijst dus!! Gelukkig is het zo dat deze gebeurtenissen maar kort hoeven te duren en dat het snel zal ingeprent worden. Het wordt dus duidelijk dat de wereld buiten de dierenwinkel ook moet verkend worden. Laat me toe te stellen dat dit in de praktijk onmogelijk is voor dierenwinkels die verschillende nesten tegelijk hebben. Hier schieten ze dus duidelijk tekort en bijgevolg ontstaat een mogelijke verklaring voor probleemgedrag in de toekomst. Honden die op latere leeftijd in contact komen met nieuwe ervaringen kunnen erg angstig zijn en bijgevolg gaan bijten of ander afwijkend gedrag gaan vertonen.
Om terug te komen op het belang van het afronden van deze fase voor de twaalfde week: het is aangetoond dat pups rond hun zevende week geen angstgevoel kennen: erg belangrijk dus en handig , want hij zal vrank en vrij op nieuwe dingen en situaties afgaan zonder angst en trauma’s. Dit blijft echter niet zo en rond de twaalfde week is de angstgevoeligheid toegenomen waardoor nieuwe situaties met terughoudendheid moeten worden benaderd, immers alles wat hem dan angst aanjaagt zal hij opslaan en zal ook in de toekomst als angstig ervaren worden. dit wil niet zeggen dat de hond niet meer aan onbekende zaken kan wennen, maar het zal met meer moeite gepaard gaan dan in deze fase van ontwikkeling.
Groeifase: van puppy naar puber (dertiende week-achtste maand)
In deze periode groeit de hond heel snel. deze periode is ook gekenmerkt door veel leren, leren omgaan met grenzen en regels. Ook leren wie de leiding neemt in de roedel en hoe dat werkt en hoe de hond hierop moet reageren. Bij gebrek aan leiding of regels zal de hond leren uit ervaringen hoe hij succesvol kan zijn en hoe hij dus zelf de touwtjes in eigen handen kan nemen en dus het baasje zal domineren.
De tijd is rijp om duidelijk grenzen te stellen en de touwtjes in handen te nemen en te tonen dat u roedelleider bent en niet van plan bent deze positie af te staan.
Puberteit: zesde-negende maand)
Kenmerkt zich door seksuele ontwikkeling, teven worden voor de eerste maal loops en reuen leren hun poot op te heffen bij het plassen. Grenzen worden verder afgetast en worden ze ook geestelijk meer of minder labiel.
Groei naar volwassenheid
De lichamelijke groei is klaar, de hond wordt zowel lichamelijk als geestelijk volwassen. dit proces kan nog tot 3 jaar in beslag nemen.
Besluit:
Uit deze korte beschrijving van ontwikkelingsfasen die een pup doorloopt wordt duidelijk dat vooraleer de hond bij zijn nieuwe baasje terecht komt al heel wat is gebeurt. Het lijkt allemaal vanzelfsprekend, maar het mag duidelijk zijn dat de fokker of handelaar een ontzettend belangrijke factor is voor de verdere ontwikkeling van uw hond. Hij of zij bepaalt immers hoe de pup zal omgaan met andere honden, mensen, de samenleving en de wereld rondom ons. Komt de pup hier onvoldoende mee in contact, dan ontstaan gegarandeerd problemen in de toekomst en misschien weer een zoveelste bijtaccident met slachtoffers en bovendien de zoveelste hond die in een asiel zal gaan wegkwijnen.
Het wordt tijd dat de overheid een stelling inneemt en duidelijke eisen gaat stellen aan fokkers en dierenhandelaars wil men een eerste stap zetten in het doorbreken van deze vicieuze cirkel.
Uiteraard moet men ook rekening houden met economische aspecten en beseffen dat vele fokkers dan een belangrijke bron van inkomsten verliezen met de nodige sociale problemen tot gevolg. Dit mag zeker niet ontkent worden. Een oplossing ligt eerder in een goede instructie en het opleggen van een goede reglementering voor het fokken van honden. Fokkers die weigeren om deze regels na te leven moeten gestraft worden en moeten hun licentie verliezen.